Lokale heffingen
Het beleidskader voor de lokale heffingen is de Tarievennota 2025, die door uw Raad gelijktijdig met de Begroting 2025 wordt vastgesteld. De Tarievennota bevat een overzicht van de tarieven die door de gemeente Zwolle worden gehanteerd, inclusief de onderbouwing van de manier waarop de tarieven zijn bepaald. Het gaat hierbij om zowel publiekrechtelijke als privaatrechtelijke heffingen en belastingen.
Bij leges en heffingen worden de gemeentelijke kosten maximaal kostendekkend doorberekend in de tarieven. Bij belastingen is deze wettelijke bepaling van 100% kostendekking niet van toepassing.
De belastingen komen ten gunste van de algemene middelen van de gemeente.
Belastingen (geen 100% kostendekking) zijn OZB, parkeerbelasting. precariobelasting en toeristenbelasting.
Leges en heffingen (maximaal 100% kostendekking) zijn afvalstoffenheffing, rioolheffing, leges, begraafplaatsrechten, marktgelden en havengelden.
De indirecte kosten worden centraal geraamd op het programma bedrijfsvoering. Vanuit dit programma wordt er een bedrag berekend aan indirecte kosten per directe fte, zie hiervoor het onderdeel "berekening overheadtarief" in deze begroting. Op basis van de geraamde fte's worden de indirecte kosten toegerekend aan de leges en heffingen.
De Tarievennota bevat verschillende onderdelen. De gemeente Zwolle streeft er naar dat er tussen deze onderdelen geen kruissubsidiëring plaats vindt. Dit houdt in dat de leges van Burgerzaken bijvoorbeeld niet bijdragen aan de leges voor een omgevingsvergunning. Binnen onderdelen van de Tarievennota vindt mogelijk wel kruissubsidiëring plaats. De omvang hiervan is niet exact te bepalen. De onderdelen waar er waarschijnlijk sprak is van kruissubsidiëring, zijn:
Leges Burgerzaken
Veel tarieven zijn gemaximeerd. Hierdoor zijn sommige onderdelen iets minder dan 100% kostendekkend zoals reisdocumenten en Burgerlijke stand (uittreksels Burgerlijke stand en huwelijken) en sommige onderdelen iets meer dan 100% kostendekkend zoals uittreksels.
Leges omgevingsvergunning
Over het algemeen zijn grote bouwwerken meer dan kostendekkend en kleine bouwwerken minder dan kostendekkend. De mate van kruissubsidiëring is afhankelijk van het type aanvraag.
Leges juridische zaken
Gezien het kostendekkendheidspercentage is kruissubsidiëring hier niet waarschijnlijk.
Als algemene regel geldt dat de gemeentelijke heffingen met het inflatiepercentage worden aangepast.
Het inflatiepercentage voor 2024 is vastgesteld op 5,45%. Het percentage voor loonkostenstijging 2025 van 4,0% wordt voor 50% meegenomen en het percentage voor prijzen van derden van 2,6% ook voor 50%, (loonkosten 4,0% + prijzen van derden 2,6%) : 2 = 3,3%. In 2023 liggen de lonen 3,5% hoger dan begroot en de prijzen 5,2% hoger, gedeeld door 2 = 4,35%. Bij de begroting 2024 is besloten hiervan 2,15% door te schuiven naar 2025. Het inflatiepercentage komt daarmee op 3,3% plus 2,15% is 5,45%.
Uitzonderingen op deze regel zijn:
- De tarieven OZB 2025 worden gecorrigeerd voor de hogere waardeontwikkeling voor 2024 waardoor de tarieven woningen stijgen met 4,46% en die van niet-woningen met 5,17%.
- De tarieven voor de parkeerbelasting worden niet verhoogd, deze wordt om de drie jaar verhoogd, de laatste verhoging was 2023.
- Voor de afvalstoffenheffing het vaste tarief niet meer te laten stijgen dan 5,45% en het variabel tarief niet meer te laten stijgen dan € 0,15 per aanbieding.
- Waar de leges een percentage van de bouwsom zijn worden deze niet verhoogd. Door de gestegen bouwkosten stijgen de legesinkomsten al.
- De toeristenbelasting wordt verhoogd naar € 1,20 voor campings en € 3,-- voor overige overnachtingen.
- De dwangsom voor het afhalen van een fiets bij AFAC niet te verhogen. In 2025 zal de AFAC verhuizen naar een andere locatie. Daardoor wordt het lastiger om de fiets op te halen. Een gelijktijdige verhoging van de tarieven zal daarbij niet helpend zijn in de communicatie met de klant. Ook wordt onderzoek gedaan naar de kostenstructuur die gehanteerd wordt ter onderbouwing van de hoogte van het tarief.