Home

Algemeen

Beleidsparagraaf investeringen

In deze beleidsparagraaf geven we u inzicht in alle  gemeentelijke investeringen, behalve de investeringen in grondexploitaties.

In de paragraaf gaan we nader in op de volgende categorieën van investeringen:
1.   Strategische investeringsagenda
2.   Voorgenomen investeringen waarover nog besluitvorming moet plaatsvinden
3.   Vervangingsinvesteringen 2025
4.   Vastgestelde investeringen waarover al besluitvorming heeft plaatsgevonden.

1. Strategische investeringsagenda

1.1    Algemeen

Bij de Perspectiefnota 2022-2025 heeft de Raad besloten tot het instellen van een Strategische Investeringsagenda (SIA) met de daarbij behorende uitgangspunten en voorwaarden. Bij de begroting 2022 is besloten daar de voorwaarde aan toe te voegen dat een investering minimaal € 5 miljoen moet bedragen. Dat betekent dat investeringen die gefinancierd worden uit de SIA moeten voldoen aan de volgende voorwaarden:

  • Het moet gaan om fysieke investeringen;
  • Met een minimale omvang van € 5 miljoen;
  • De investering moet in de omgevingsvisie (huidig of toekomstig) zijn benoemd of te linken zijn aan de gewenste voorzieningen die in de omgevingsvisie staan;
  • Bij voorkeur moet sprake zijn van cofinanciering (niet strikt noodzakelijk).

Concreet betekent dit dat de Raad heeft ingestemd dat de volgende investeringen uit de SIA bekostigd kunnen worden:

  • Grootschalige gebiedsontwikkelingen in verband met wonen en werken> € 5 miljoen (bruto) Spoorzone, Binnenstad/Stadshart, Zwartewaterallee/-zone, Oosterenk, Weezenlanden-Noord, Ijsselhallocatie, Eventvoorziening Voorsterpoort. Grondexploitaties vallen er buiten tenzij sprake is van een onrendabele top bij nieuwe gemeentelijke grondexploitaties.
  • (Nieuwe) investeringen in mobiliteit en bereikbaarheid > € 5 miljoen (bruto): zoals transformatie binnenring-buitenring, mobiliteitshubs, hoofdinfrastructuur wegen, station Zwolle-Zuid, spoorterminal Hessenpoort, overdekte fietsenstallingen.
  • NB. Programmakosten vallen buiten de reikwijdte en worden afgewogen binnen de reguliere begrotingscyclus.
  • Gebiedsinvesteringen bij iconische- of bijzondere projecten die een groot gebiedsversterkend karakter hebben, zoals nieuw museum of universiteit.
  • Investeringen in duurzaamheid (klimaat, energie en circulair) zijn integraal onderdeel van de kosten van een project of gebiedsontwikkeling en worden daarmee bekostigd vanuit de SIA als het project of de gebiedsontwikkeling onder de voorwaarden van de SIA vallen. De afweging tot welk kwaliteitsniveau de duurzaamheidsinvesteringen in de projecten en gebiedsontwikkelingen wordt meegenomen is een bestuurlijke afweging bij de behandeling van het desbetreffende raadsvoorstel en staat daarmee los van de instrument SIA.

1.2   Investeringsvraag/benodigde investeringsruimte

In 2024 heeft een actualisatie van de SIA plaatsgevonden, met name voor de nog te dekken investeringen (categorie C). Samenvattend ziet het totaalbeeld van de investeringen die een beroep op de SIA doen er per september 2024 als volgt uit:

Totaaloverzicht SIA

(bedragen x € 1 miljoen)

Investering

Bijdrage derden

t.l.v
SIA

 A. Investeringen met raadskrediet/reserveringsbesluit

168

-101

67

 B. Aanvraag cofinanciering, nog geen kredietaanvraag

118

-80

38

 C. Nog te dekken investeringen

253

-26

227

Totaal

539

-207

332

Toelichting:
A. Dit betreft investeringen waar al een krediet voor is verstrekt en al gedekt zijn via de SIA, te weten: deel Spoorzone, deel Stadshart, deel Zwartewaterallee, een deel van Oosterenk in het kader van de woningbouwimpuls en Wezenlanden-Noord. Totaal investeringsbedrag € 168 miljoen, waarvan dekking uit SIA € 67 miljoen.
B. Dit betreft investeringen waarvoor cofinanciering van het Rijk komt of is aangevraagd, maar nog geen
kredietaanvraag is ingediend. In de SIA is hiervoor dekking aanwezig. Dit betreft de verstedelijking en stationsomgeving Spoorzone en mobiliteitssysteem stedelijk netwerk. Totaal investeringsbedrag € 118 miljoen, waarvan dekking uit SIA € 38 miljoen.
C. Hiertoe vallen alle overige nog te dekken investeringen, die mogelijk de komende jaren een beroep op de SIA gelden gaan doen. Daarbij zij opgemerkt dat nog niet alle ambities zijn te vertalen naar een investeringsbedrag. Totaal investeringsbedrag € 253 miljoen. Waarvan verwacht beroep op de SIA € 227 miljoen.

De totale investeringsvraag onder C heeft betrekking op de komende 10 jaar, als we inzoomen op de nog te dekken investeringen tot en met 2028 dan is de indicatieve investeringsvraag € 98 miljoen.

Indicatief investeringsoverzicht t/m 2028 en totaal nog te dekken investeringen (categorie C).

(bedragen x € 1 miljoen)

t/m 2028

totaal

Spoorzone

-

6,7

Stadshart

45,4

49,4

Zwartewaterallee/-zone

5,3

28,2

Oosterenk

18,5

40,8

Mobiliteit

9,1

82,3

Reservering voor parkeerhubs

20,0

20,0

Totale investeringsvraag categorie C

98,3

227,4

In de PPN 2025-2028 hebben we aangegeven bij de begroting 2025 in beeld te brengen welke investeringen uit de C-lijst we prioritair vinden. De voorlopige resultaten zijn in een vertrouwelijke notitie/rapportage bijgevoegd. De periode tot aan de volgende PPN gaan we benutten om de prioritering verder uit te werken, waarbij we ook de investeringen die nu op de A- en B-lijst staan zullen beschouwen op urgentie, noodzaak en actualiteit.

1.3   Beschikbare investeringsruimte SIA
De beschikbare investeringsruimte van de SIA bedraagt € 70 miljoen. Hierin is rekening gehouden met het voorstel om 50% van het surplus in de weerstandscapaciteit (zijnde € 10,5 miljoen) toe te voegen aan de SIA.
 De beschikbare ruimte zetten we voorlopig als volgt in:

1.    Voor de ontwikkeling van de parkeerhubs houden we € 20 miljoen beschikbaar.
2.    Voor investeringen op de korte termijn in gebiedsontwikkelingen en mobiliteitsvraagstukken parkeren we € 40 miljoen. Dit is de ruimte die beschikbaar is voor de prioritering in de C-lijst (categorie).
3.    Het restant van € 10 miljoen reserveren we voor prijsontwikkelingen voor reeds vastgestelde kredieten en nog vast te stellen kredieten.

2. Voorgenomen investeringen waarover nog besluitvorming moet plaatsvinden

Naast de investeringen vanwege strategische nieuwe ontwikkelingen in de stad zijn er ook investeringen nodig om  de bestaande stad in stand te houden en onderhouden. Onder punt 3 gaan we in op de jaarlijkse vervangingsinvesteringen. Onder de voorgenomen investeringen geven wij inzicht in de investeringen waarvoor in de begroting 2025 en verder structurele ruimte is opgenomen, maar waarover nog een afzonderlijk investeringsbesluit door de Raad moet plaatsvinden.
Voor de volgende investeringen is budgetruimte in de begroting 2025 en/of meerjarenraming opgenomen:

  • Integraal Huisvestingplan (IHP) onderwijshuisvesting: bij de behandeling van het eerste IHP bij de begroting 2018 zijn structurele middelen gereserveerd in de begroting. Op 29 juni 2020 is het (bijgestelde) Integraal Huisvestingsplan voor onderwijsvoorzieningen door de raad vastgesteld, waarbij is besloten  dat op een later moment besluitvorming zal plaatsvinden over de investeringen met bijbehorende dekking van de rente en afschrijvingslasten. Bij de PPN 2025-2028 zijn aanvullende middelen beschikbaar gesteld. Via afzonderlijke raadsvoorstellen zal een beroep op de beschikbare stelpost kapitaallasten onderwijshuisvesting worden gedaan.   
  • Verduurzaming maatschappelijk vastgoed: bij de PPN 2025-2028 is structureel budget in de meerjarenraming opgenomen oplopend naar € 500.000. Bij deze begroting wordt voorgesteld een investeringskrediet van in totaal €10 miljoen beschikbaar te stellen om de verduurzaming van maatschappelijk vastgoed de komende jaren verder vorm te geven. In juli 2024 is de raad via een raadsbrief met bijbehorende routekaart geïnformeerd over de voorgenomen investeringen.
  • Fietsenstalling Binnenstad: bij de begroting 2021 is structurele ruimte gereserveerd voor de beheerskosten van een tweede fietsenstalling in de Binnenstad. In de jaarschijf 2027 is hiervoor een stelpost van € 250.000 opgenomen.
  • In het coalitieakkoord 2022-2026 zijn gelden gereserveerd voor afdekking van eventuele onrendabele toppen bij  de ontwikkelingen van warmtenetten. Het restantbedrag bedraagt circa € 7 miljoen.  

3. Vervangingsinvesteringen 2025

Vervangingsinvesteringen zijn investeringen die gedaan worden om de effecten van (economische) veroudering zoals bijvoorbeeld slijtage op te vangen. Vervangingsinvesteringen kunnen financieel worden opgevangen via daarvoor ingestelde onderhoudsreserves of via nieuw aangevraagde investeringskredieten die ten laste gaan van beschikbare vervangingsbudgetten.

In deze begroting wordt u om instemming gevraagd voor netto € 8,6 miljoen aan vervangingsinvesteringen. Dit bedrag is als volgt te specificeren:

Onderwerp

Netto investeringsbedrag in 2025

Voorgestelde dekking

Beheer openbare ruimte

6.399.000

uit jaarlijks vervangingsbudget

Toplagen twee kunstgrasvelden

  702.000

uit jaarlijks vervangingsbudget

Parkeren

  50.000

uit reserve en gemeentelijke tarieven

Klimaatadaptie riolering

   800.000

uit reserve en gemeentelijke tarieven

Wagenpark

     441.000

uit bedrijfsvoeringsbudget

Meerjarig Programma ICT

   250.000

uit jaarlijks vervangingsbudget

8.642.000

Alle vervangingsinvesteringen vindt u hier.

4. Vastgestelde investeringen waarover al besluitvorming heeft plaatsgevonden

Vastgestelde investeringen zijn alle investeringen waarover uw Raad reeds een besluit heeft genomen. De beschikbaar gestelde bedragen voor de investeringen kunnen de komende jaren worden ingezet ter financiering van projecten. Het overzicht van alle begrote activa en kapitaallasten 2025 vindt u hier. Het overzicht van alle vastgestelde investeringen vindt u hier.
In bijgevoegde tabel is per doel opgenomen het oorspronkelijk krediet, het deel dat tot en met 2023 is gerealiseerd, het daarmee resterend krediet en de raming van de verwachte uitgaven over de jaren vanaf 2024. De omvang van de kredieten zijn de resterende kredieten per 31 december 2023, zoals verantwoord in de Jaarstukken 2023, aangevuld met de besluiten uit 2024.

In de jaarrekening 2023 bedroegen de restantkredieten exclusief bouwgronden in exploitatie € 352 miljoen. In 2024 zijn de restantkredieten met € 59 miljoen toegenomen tot € 411 miljoen. De toename is vooral het gevolg van krediet voor opvang vluchtelingen Oekraïne/Rijnlaan, verduurzaming maatschappelijke vastgoed en onderhoud verhuurde panden.
In het overzicht vastgestelde investeringen komt het totaal, exclusief bouwgronden in exploitatie, uit op € 419 miljoen. Het verschil met het totaal aan restantkredieten betreft de investeringstoename vanwege bestedingsvoorstellen in deze begroting.

Deze pagina is gebouwd op 10/16/2024 15:54:21 met de export van 10/16/2024 15:44:47