Onderbenutting
Invulling post onderbenutting van € 1,5 miljoen
Bij de PPN 2025-2028 is een stelpost onderbenutting vanaf 2025 ingeboekt van € 0,5 miljoen op de Wmo en € 1,0 miljoen op overige begrotingsposten. De post Wmo wordt op de Wmo budgetten verlaagd. Omtrent de invulling van de € 1,0 miljoen is afgesproken om bij de begrotingsbehandeling van 2025 met een voorstel te komen.
Op basis van een inventarisatie van de laatste vier jaarrekeningen (2020-2023) is bij zestien begrotingsposten in drie jaar sprake van een voordelig resultaat. Deze posten zijn geanalyseerd of sprake is van structurele of incidentele onderbenutting en of er ontwikkelingen zijn waardoor er vanaf 2024 en verder geen of minder onderbenutting is te verwachten. De belangrijkste uitkomsten uit de analyse zijn:
- Een groot deel van de voordelige jaarrekeningresultaten ontstaat door eenmalige vrijval vanuit reserve- en projectgelden en eenmalig hogere inkomsten via het gemeentefonds (met name door de decembercirculaire) en bouwleges.
- Bij een aantal begrotingsposten is sprake van incidentele vrijval op structurele budgetten, bijvoorbeeld door vertraging in de uitvoering.
- Bij enkele posten zijn er nieuwe ontwikkelingen waardoor er geen onderbenutting meer is. Bijvoorbeeld armoederegelingen.
- Structurele onderbenutting is in beperkte mate aanwezig, zie onderstaande uitwerking.
Voorstel budgetverlaging vanwege onderbenutting:
1 | Wmo | 500.000 |
---|---|---|
2 | Opvoedondersteuning | 25.000 |
3 | Kinderopvang (toezicht en handhaving) | 100.000 |
4 | College | 100.000 |
5 | Belastingen (OZB) | 500.000 |
6 | Concernpost onvoorziene uitgaven | 300.000 |
Totaal | 1.525.000 |
Daarnaast is bij onderwijshuisvesting sprake van een jaarlijkse onderbenutting op de onderdelen vandalismefonds en verzekeringen. De jaarlijkse onderbenutting van €0,3 miljoen zetten we om in het verhogen van de ruimte voor dekking van investeringen met betrekking tot de onderwijshuisvesting.
Per onderdeel is hieronder een nadere toelichting/motivering gegeven.
1. Wmo
Op de Wmo budgetten was de afgelopen jaren sprake van behoorlijke onderbenutting (boven de € 1 miljoen). Op basis van het uitgavenpatroon per medio 2024 verwachten we dat het voordeel lager zal uitvallen, maar dat er nog steeds sprake is van onderbenutting. De in de PPN 2025-2028 genoemde onderbenutting van € 0,5 miljoen vanaf 2025 wordt bij deze begroting definitief ingevuld.
2. Opvoedondersteuning
Bij opvoedondersteuning was in de 2020-2023 jaarlijks sprake van onderbenutting, waarbij wel sprake was van een afnemend voordeel. Het voordeel in 2023 was € 110.000. In 2023 is de nieuwe Ontwikkelagenda passend onderwijs en jeugdhulp 2023-2026 vastgesteld. Vanaf 2024 leidt dit tot hogere uitgaven.Dit betreft de uitbreiding van THINK op school en omslag naar de train-de-mentor variant (€ 65.000), het jaarlijkse beheer van de kinderindex en jongerenindex die momenteel ontwikkeld worden (€ 10.000) en de samenwerking met NCOD die juridisch advies geeft bij casuïstiek passend onderwijs en jeugdhulp (€ 5.000). Deze ingezette ontwikkelingen bedragen gezamenlijk € 80.000.
Per saldo boeken we € 25.000 als onderbenutting in vanaf 2025.
3. Kinderopvang
Jaarlijks is sprake van onderuitbenutting op de budgetten voor de uitvoering van het toezicht op de kinderopvang door de GGD. Gemiddeld gaat het om een jaarlijks voordeel van €100.000.
4. College
Onder de post college zien we jaarlijkse onderbenutting op de uitgaafbudgetten voor pensioenpremies (APPA) en wachtgelden voormalig wethouders. Deze posten hebben door de jaren heen een wisselend uitgavenpatroon. Hierbij is min of meer sprake van niet te beïnvloeden uitgaven. Gelet op het karakter van deze uitgaven en de voordelige resultaten in de onderzochte jaren stellen we voor het budget voor wachtgeld structureel met € 100.000 te verlagen.
5. Volumegroei onroerendzaakbelasting (OZB)
Bij de OZB gaat het om hogere opbrengsten. Het voordeel heeft vooral betrekking op het onderdeel niet-woningen. De opbrengst uit niet-woningen is naar verhouding hoger dan woningen, maar zijn vooraf moeilijk te ramen omdat niet alle bouwontwikkelingen bij het opstellen van de begroting (een half jaar voor het begrotingsjaar) bekend zijn. Vanaf 2025 anticiperen we op een hogere opbrengst niet-woningen door de OZB opbrengst met € 500.000 te verhogen.
6. Concernpost onvoorzien
De post onvoorziene uitgaven bedraagt jaarlijks € 500.000. Op basis van wettelijke richtlijnen moet de begroting een post onvoorziene uitgaven bevatten. De hoogte ervan kan de gemeente zelf bepalen. De post onvoorzien kan door het college worden ingezet om knelpunten/onvoorziene uitgaven gedurende het jaar (niet zijnde voor- en najaarsmoment) te honoreren. De post onvoorziene uitgaven is onderdeel van de weerstandscapaciteit. De afgelopen jaren is er een beperkt beroep gedaan op de post onvoorzien. We stellen voor de post onvoorzien vanaf 2025 te verlagen naar € 200.000.