Fysiek domein
7. Circulaire economie (doel 5.1.2)
De visie ‘Zwolle Circulair’ koerst op een circulaire economie (CE), volgens Rijksdoelstellingen. Hierbij leggen we de focus op vier terreinen waarvoor we een uitvoeringsagenda gaan stellen, zodat circulariteit ook in de organisatie wordt geborgd:
- Economie,
- Circulair Bouwen,
- Afval en grondstoffen en
- Bedrijfsvoering.
Voor de uitwerking hiervan gaan we vier uitvoeringsprogramma’s op de hierboven genoemde thema's verder uitschrijven. Het programma CE bouwen we in 2024 af en de uitvoeringsagenda’s stellen we in samenspraak met de lijnorganisatie op. In 2024 werken we de uitvoeringsagenda’s voor Economie, Afval en grondstoffen uit. De activiteiten die in deze uitvoeringsagenda's zijn opgenomen kunnen uit de reguliere begroting worden gefinancierd. Voor Circulair bouwen (CB) en Circulaire bedrijfsvoering en inkoopmanagement (CI) stellen we de agenda vooralsnog eerst in hoofdlijnen op zodat eind 2024 en in 2025 hier verdere uitwerking aan kan worden gegeven. Om uitvoering te kunnen geven aan de uitvoeringsprogramma’s CB en CI is expertise en capaciteit in de lijnorganisatie nodig. Om de transitie verder vorm te geven zetten we procesmanagement in zodat de verbinding met respectievelijk CB en CI kan worden gemaakt. Ook kan dan waar nodig de samenhang worden gezocht met de uitvoeringsagenda's van Economie en Afval en grondstoffen. De totale benodigde middelen die hiermee gemoeid gaan zijn €200.000,- structureel.
8. Cultuurbeleid (doel 5.3.1)
De begroting cultuur 2024 is het vertrekpunt voor het financiële kader voor het cultuurbeleid voor 2025-2028. Vasthouden aan dit het kader betekent feitelijk een bezuiniging op de activiteiten in Zwolle, gezien de kostenstijgingen in de culturele sector. De sector wordt erg kwetsbaar en het effect van cultuur voor de inwoners van Zwolle neemt substantieel af. In de perspectiefnota 2025-2028 is het budget voor cultuur verhoogd met € 1.050.000, om de basis op orde te houden. Hiervan is € 650.000 structureel en € 400.000 meerjarig incidenteel voor de periode 2025-2028.
In dit proces worden ook de besteding van € 1.405.000 uit het coalitieakkoord 2023-2026, de middelen vanuit het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) voor bibliotheken van € 392.766 en ontstane bestedingsruimte van € 151.500 uit de bestaande begroting meegenomen. In totaal gaat het om een budget van € 2.999.000, dat een nieuw of ander bestedingsdoel krijgt. Dit wordt besteed aan een verhoging van plafondbedragen voor de BIS-functies Poppodium, Museum voor Beeldende Kunst, Museum voor Erfgoed, Platform Beeldende Kunst, de Bibliotheek, de Gezelschappen en het Filmtheater (zowel de huidige als de nieuwe vanaf 2028); aan de andere subsidieregelingen Professionele Kunstactiviteiten, Amateurkunst artistieke leiding, Amateurkunst Kunstactiviteit, ArtPitch038; ambtelijke inzet. Daarnaast wordt een deel van het budget voor het nieuwe Fraterhuis dat niet aan de huidige locatie wordt uitgegeven in de jaren voordat de nieuwe locatie gereed is incidenteel ingezet voor Vaktor, het Academiehuis en de uitvoering van de motie ‘Het Britten gaat door in Zwolle’.
9. Stedelijke regie (doel 6.1.1)
Met meer stedelijke regie zijn we in staat om snellere en betere onderbouwde keuzes te maken voor voortgang in planvorming en realisatie in gebiedsontwikkelingen. De grote gebiedsontwikkelingen in Zwolle hebben onderling afhankelijkheden, bijvoorbeeld voor type te realiseren woningen, voor specifieke maatschappelijke voorzieningen en in de timing wanneer bijvoorbeeld wegaanpassingen plaatsvinden. Daar is meer inzicht en overzicht voor nodig om effectief te kunnen sturen in deze afhankelijkheden; wat moet eerst, wat moet later. Daar hebben de gebiedsontwikkelingen baat bij. Juist dat geeft invulling aan de regie op de ontwikkeling van de stad Zwolle. Daarbij hoort dat doorlopend sprake is van (nadere) beleidskeuzes gegeven het kader onze Omgevingsvisie. Vanuit stedelijke regie wordt meer samenwerking tussen gebieden en beleid gerealiseerd, alsmede scherpte aangebracht in nadere beleidskeuzes. Dat wordt gedaan om de woningbouw aan de gang te krijgen en te houden. Met stedelijke regie en meer inzet op wonen en woningbouw, sturen we vanuit een stedelijke benadering, op de gebiedsontwikkelingen. Vanuit het beschikbare budget van de PPN 2025-2028 zetten we structureel € 331.000 in voor versterking van de stedelijke regie en meerjarig incidenteel voor de jaren 2025-2028 reserveren we jaarlijks €350.000 voor dekking van oplopende plan- en organisatiekosten.
10. Programma transformatie Oosterenk (doel 6.1.2)
Oosterenk is één van de vijf prioritaire gebieden in Zwolle. Eén van de opgaven in dit gebied is om 1000 tot 1500 woningen toe te voegen. Er spelen opgaven op het gebied van onder meer mobiliteit en parkeren, energie, buitenruimte en economie. De financiële middelen zijn beperkt in verhouding tot de opgaven die er in het gebied zijn.
Er doen zich ontwikkelingen voor die invloed hebben op de verdere transformatie naar een hoogwaardig, prettig en leefbaar gemengd stedelijk gebied. Zo zijn verschillende ambities aangescherpt of verder uitgewerkt, zoals de verstedelijkingsstrategie/gebiedsverkenning Ceintuurbaanzone, het groenbeleid en de parkeerstrategie. Tegelijk zien we de marktomstandigheden wijzigen. Dit zorgt voor uitdagingen met betrekking tot de (financiële) haalbaarheid van projecten. Met de volgende stap in de ontwikkeling van het centrumgebied en de toekenning van de WBI-bijdrage (voor aanpassing van de openbare ruimte) zijn concrete stappen gezet. Dit vergroot de urgentie om voor de verdere transformatie van Oosterenk de koers te bepalen voor de kortere termijn (tot 2030). Zonder een duidelijk perspectief en strategie voor de komende jaren dreigt de verdere transformatie naar een gemengd gebied tot stilstand te komen.
De komende tijd wordt gewerkt aan een ontwikkelkader/-strategie voor Oosterenk. Hierin scherpen we de kaders aan, bepalen we ook de rol van de gemeente en het bevat een financieel kader.
Via eerdere begrotingen is er tot en met 2025 budget voor plankosten beschikbaar gesteld. Voor deze langjarige transformatie zetten we structureel € 295.000 in en meerjarig incidenteel € 196.000 in 2025 en € 295.000 in de jaren 2026 tot en met 2028.
11. Wonen (doel 6.2.1)
Volgend uit de ontwikkeling van Stedelijke Regie is naar voren gekomen dat een aantal rollen structureel, danwel incidenteel moet worden ingevuld. In de PPN 2025 is hier budgettaire ruimte voor gecreëerd in samenhang met versterking van de capaciteit op het beleidsdomein wonen.
De woningbouwproductie in Zwolle wordt gerealiseerd in de verschillende gebieds- en locatieontwikkelingen en Nieuwe Ruimtelijke Initiatieven (NRI). Het op gang houden van de woningbouwproductie heeft topprioriteit voor college en raad. Maar ook voor de Zwolse corporaties en ontwikkelaars die actief zijn in de gebieden.
De opgave waar wonen voor staat vraagt daarom structureel om een stevig team en voldoende capaciteit. Een strategische woningbouwregisseur, de benodigde capaciteit voor Wooninzicht (monitoring) en adviseurs gebiedsontwikkeling zijn onvoldoende of niet aanwezig. Tevens is versterking op de beleidscapaciteit (implementatie wet- en regelgeving, uitwerken instrumentarium) noodzakelijk. Om het team te ondersteunen en een en ander goed te borgen is de inzet van een project assistent noodzakelijk.
Het Zwols Actieplan Woningbouw dat is opgesteld ten behoeve van de voortgang van de woningproductie kent een vijftal strategieën. Met deze gevraagde uitbreiding is € 471.000 structureel en € 150.000 meerjarig incidenteel gemoeid. Inclusief de bestaande middelen is de uitvoering van het Zwols actieplan geborgd in samenhang met de ontwikkeling van Stedelijke Regie (6.1.1).
12. Inkoop en aanbesteding ingenieursdiensten (doel 6.2.1)
Vanaf 2021 is een Raamovereenkomst ingenieursdiensten (ROK) van toepassing voor de periode van vier jaar. Uit de evaluatie van de ROK in het voorjaar van 2024, is gebleken dat de ROK een succes is en een vervolg krijgt. Het vervolg zal bestaan uit de voorbereiding en uitvoering van een nieuwe Europese aanbestedingsprocedure, het implementeren van de nieuwe overeenkomst en het voeren van contractmanagement voor een nieuwe periode van 4 jaar.
Vier jaar geleden, was er geen passende capaciteit beschikbaar om de aanbesteding professioneel te kunnen doen. Het meest effectief is om de aanbestedingsprocedure en het contractmanagement bij 1 persoon te beleggen. Voor het voorbereiden en uitvoeren van de Europese aanbestedingsprocedure is incidenteel € 39.500 nodig en voor de structurele borging van het contractmanagement structureel € 39.500.
13. Programma Energietransitie (doel 6.4.1)
De energietransitie is een stevige opgave. We doen al veel, maar er is meer nodig om onze doelstellingen te halen. Deze transitie moet daarbij voor iedereen haalbaar en betaalbaar zijn. Dat vergt behoorlijke inspanningen, zowel in tijd als geld. Beide zijn niet onbeperkt beschikbaar en te overzien en daarom is er een ambitiepakket met verschillende scenario’s uitgewerkt om de raad te ondersteunen bij haar besluit over de stappen die we gaan maken voor de energietransitie.
Bij het vaststellen van de PPN heeft de raad ingestemd met het voorstel om te kiezen van het zogeheten pakket ‘Noodzakelijk’, een van de scenario's uit het ambitiepakket Klimaatneutraal Zwolle die de raad in het raadsdebat op 3 juni heeft besproken aan de hand van een raadsbrief. Dit pakket gaat gepaard met € 2,6 mln. structurele kosten. Aanvullend worden in 2025 de beschikbaar gestelde CDOKE Rijksmiddelen voor dat jaar van ca € 2,0 mln. ingezet en benut.
In november 2024 wordt besluitvorming door de Raad verwacht over het Warmtebedrijf – ‘Businesscase Project H’broek/Aa-landen’ (investeringsbesluit). In de businesscase staat dat een deel van de investering (= deelneming) via Eigen Vermogen wordt ingebracht door de gemeente Zwolle als enig aandeelhouder. De hieruit voortvloeiende structurele kapitaallasten worden ingeschat op € 500.000 ingaande 2026. Onderdeel van dit besluit betreft eveneens de voorfinanciering van de doorlopende ambtelijke inzet (capaciteit) voor het verder op en in te richten warmtebedrijf. Deze kosten worden in rekening gebracht bij het Warmtebedrijf. Hier is voor 2025 eenmalig € 500.000 mee gemoeid.
14. Natuurinvesteringsagenda (doel 6.4.2)
Het groen- en recreatiebeleid geeft de (lange termijn) ambities voor hoe het groen in de stad moet ontwikkelen. De ambities gaan onder andere in op het behouden en versterken van de groenstructuren, toegankelijk groen dichtbij huis en voldoende (grotere) groeneenheden door mens en dier te gebruiken. Het groen groeit mee met de groei van de stad (vooralsnog beleidsvoornemen). Het groen is multifunctioneel en draagt bij aan klimaatadaptatie, vergroot de biodiversiteit en biedt mogelijkheden voor recreatie, ontmoeten, bewegen en beleving. Dat draagt bij aan een betere fysieke en mentale gezondheid.
Als uitwerking van de ambities in het Groen- en recreatiebeleid is een uitvoeringsprogramma in concept opgesteld. Dit uitvoeringsprogramma heeft in haar fasering een duidelijke relatie met de financiële middelen (€ 200.000,-) die in de NIA beschikbaar worden gesteld. Deze budgetten zijn taakstellend voor de komende begrotingsjaren.
De verwachte beschikbare financiële middelen vragen om een doorlooptijd van enkele decennia om de ambitie groen dicht bij huis te realiseren. In 2025 willen we het merendeel van de €200.000,- inzetten voor groen dicht bij huis. Dit doen we door de bodemomstandigheden bij verschillende bestaande bomen te verbeteren, zodat deze bomen betere toekomstverwachting hebben en kunnen uitgroeien tot toekomstbomen. Waar mogelijk te combineren met andere werken worden knelpunten in de (ecologische) groenstructuur opgelost.
En daarnaast worden toekomstbomen aangeplant in de bestaande stad. De locatiekeuzes hiervoor worden mede bepaald door andere te verwachten werkzaamheden (werk met werk maken).
De ambitie ‘groen groeit mee met de groei van de stad’ is een beleidsvoornemen. Wel wordt middels de reguliere budgetten uit de SIA en WBI gelden ook groen toegevoegd in de ontwikkelingen. Deze geven beperkt invulling aan de ambitie groen groeit mee met de groei van de stad.
De komende jaren gebruiken we het geld uit de NIA beperkt voor capaciteit om onderzoek en locatiestudies te doen, zodat we in de daaropvolgende jaren de juiste investeringen kunnen doen. Omdat de investeringen de daaropvolgende (30) jaren op de beschikbare budgetten drukken, vraagt dit om goede onderbouwing en afstemming. Zo maken we de juiste keuzes om ook grote investering te kunnen doen in de toekomst voor nieuw groen voor de stad.
Voorgesteld wordt om het komende jaar te starten met de implementatie van het nieuwe groenbeleid in de organisatie en in de projecten. Onderdeel daarvan is het onderzoeken of het ontwerpprincipe 2-22-200 gaat werken in de grote gebiedsontwikkelingen en om de komende jaren te onderzoeken hoe de uitbreiding van de hoofdgroenstructuur buiten de gebiedsontwikkelingen kan plaatsvinden. Welke koppelkansen en medefinancieringen zijn hier mogelijk en in hoeverre kan daarmee invulling worden gegeven aan de ambitie van het meegroeien van het groen met de stad.
15. Ruimtelijke- en klimaatadaptatie (doel 6.4.4)
In de perspectiefnota 2025-2028 is €800.000 opgenomen voor ruimtelijke- en klimaatadaptatie. Daarvan is € 500.000 structureel en € 300.000 incidenteel. We zetten dit bedrag in met een uitvoeringsplan langs vijf lijnen:
1 Beter inspelen op weersextremen in de bestaande stad en bij gebiedsontwikkelingen
2 Risico’s beperken door investeringen in meerlaagse veiligheid/ calamiteiten
3 Integraal borgen van water en bodem sturend, een klimaatvisie en inspiratieboek in beleid en uitvoering
4 Investeringen in klimaat adaptieve en water robuuste stad en gebiedsontwikkelingen
5 Integrale coördinatie, samenwerking met interne en externe partners en lobby
Het budget dekt de inzet van medewerkers langs de vijf genoemde lijnen rond ruimtelijke- en klimaatadaptatie.
Met dit bedrag breiden we bovendien de structurele formatie uit met 2 fte door een coördinerend beleidsadviseur voor de interne en externe afstemming aan te stellen, die de inzet op dit onderwerp intern en extern integraal coördineert. Daarnaast breiden we uit met een beleidsadviseur die de o.a. werkt aan de implementatie van water en bodem sturend en meerlaagse veiligheid naar kaders voor activiteiten en projecten vertaald. Hiermee wordt ingezet op de uitvoeringskracht. Ook continueren we de inzet van team klimaat actief. Het budget ruimtelijke- en klimaatadaptatie wordt daarmee vooral voor capaciteit ingezet, terwijl projecten en investeringen vanuit andere budgetten (bijv. GRP, SIA, ondergrond, etc.) worden gedaan en subsidies worden aangeboord om investeringen te optimaliseren.
16. Uitvoering SUP-regeling (doel 7.1.2)
Het reinigingsdossier is sterk in beweging, gericht op de invoering/aanscherping van producenten-verantwoordelijkheid. Producenten moeten betalen voor het opruimen van eenmalige verpakkingen (Single Used Plastics) uit de openbare ruimte. Het gaat voor de gemeente Zwolle om €3,49 per inwoner per jaar, dus omgerekend om een bedrag van € 464.763.
Dit geld zetten we in op de vraagstukken rondom de schone stad. Met de inzet van deze middelen worden ook alle overige activiteiten op zwerfafval overgeheveld vanuit het dossier afval & grondstoffen, om zo alle inzet op zwerfafval bij elkaar te bundelen in het reinigingsdossier. In totaal gaat het om een bedrag van € 604.966 aan lasten. Daarvan wordt vervolgens weer 30% verrekend met afval. Om precies te zijn € 154.857. Daarmee blijft een klein deel van de SUP-vergoeding over, namelijk € 14.653. Dit valt ten gunste van de algemene middelen.
17. Opleveren en implementeren BOSS-beleid (doel 7.1.3, 1.1.2)
Voor het versterken van de sociale basis is het wenselijk om te komen tot integraal beleid op bewegen, ontmoeten, spelen en sporten (BOSS) in de buitenruimte. Dit nieuwe beleid leidt tot een nieuwe werkwijze. Voor het afmaken van het BOSS beleid en het inbedden van dit beleid hebben we ondersteuning nodig. Hiervoor wordt binnen het fysiek domein én binnen het sociaal domein € 30.000 per jaar vrijgemaakt. Totaal gaat het dan om € 60.000.
18. BOSS-beleid inwonersiniatief pumptrackbaan (doel 7.1.3)
Vanuit Zwolle-Zuid is op basis van een inwonerinitiatief een aanvraag gedaan voor het aanleggen van een pumptrackbaan. Deze aanvraag is met een motie ondersteund door de raad. We stellen voor om middelen beschikbaar te stellen om een bijdrage aan de pumptrackbaan te kunnen leveren. De initiatiefnemers zullen een plan hiervoor gaan ontwikkelen, met daarbij (co)financiering.
Wij bereiden een bestedingsvoorstel voor een bijdrage aan het realiseren van een pumptrackbaan. In programma 10 reserveren we op concernstelpost een bedrag voor de bijdrage aan de pumptrackbaan. Op basis van een uitgewerkt voorstel (beslisnota raad) kan een beroep op deze stelpost worden gedaan.
19. Verduurzaming maatschappelijk vastgoed (doel 7.1.4)
We hebben als gemeente ongeveer 170 gebouwen in ons bezit, zoals bijvoorbeeld musea, theaters, sporthallen en wijkcentra. Deze gebouwen zijn belangrijk voor een leefbare stad. We hebben de afgelopen jaren verschillende van deze gebouwen verduurzaamd. We willen hier de komende jaren mee door gaan. Door de CO2-uitstoot te verminderen van ons eigen vastgoed, leveren we een bijdrage aan onze doelstelling om een klimaatneutraal Zwolle te realiseren.
Bij de behandeling van de perspectiefnota 2025-2028 hebben we de raad met een raadsbrief en routekaart geïnformeerd over de opgave om het maatschappelijk vastgoed te verduurzamen. Bij de perspectiefnota heeft de raad structureel budget beschikbaar gesteld, oplopend tot € 500.000 vanaf 2028. In deze begroting vragen we de raad in te stemmen met het beschikbaar stellen van een investeringskrediet van € 2,5 miljoen per jaar (2025-2028). In totaal € 10 miljoen. In het uitvoeringsplan is een planning gemaakt van welke gebouwen op welk moment in de planning
aan de orde komen. Hierbij is rekening gehouden met het toekomstperspectief, impact van
verduurzamingsmaatregelen, de planning van de warmtetransitie en het natuurlijk moment in de
meerjarenonderhoudsplannen. De jaarlijkse lasten van het investeringskrediet worden deels gedekt uit rijkssubsidie, onderhoudsreserve gemeentelijke panden en het resterend bedrag komt ten laste van het beschikbaar gestelde budget bij de perspectiefnota.
20. Opgave Jeugd (criminaliteit) (doel 7.2.1)
Voorkomen dat jongeren betrokken raken bij criminaliteit en het bieden van perspectief € 200.000 structureel
De afgelopen twee jaar is er onder regie van de gemeente, samen met netwerkpartners, stevig ingezet op het thema jeugd en veiligheid, waaronder de aanpak voorkomen jonge aanwas. De focus ligt op het ontwikkelen van een integrale aanpak die aansluit bij de aanpak van verjonging en verharding van de criminaliteit en het bieden van perspectief aan kwetsbare jongeren. We ontwikkelen een contextuele aanpak van jongeren die afglijden naar de (georganiseerde) criminaliteit, negatief opvallen in groepen of uitvallen op school. We organiseren deze aanpak in het voorliggend veld in samenhang met ‘Samenspel in de wijk’. Preventieve interventies zoals bijvoorbeeld voorlichting, inzet van ervaringsdeskundigen zijn onderdeel van deze aanpak. Op dit moment worden interventies incidenteel bekostigd. Het vraagstuk vraagt een duurzame en een meer structurele oplossing.
Voor een duurzame inbedding van preventieve activiteiten die aansluit bij de geschetste problematiek en een contextgerichte aanpak is in ieder geval een jaarlijkse investering van € 200.000 structureel nodig. Met deze middelen is er structurele dekking voor bijvoorbeeld: Structurele inbedding van preventieve activiteiten zoals HALT in de wijk, voorlichting op school - Veilig in en om school (VIOS). Ook is er structurele inbedding van een passend interventie aanbod, bijvoorbeeld het inzetten van ervaringsdeskundigen of individuele maatwerktrajecten.
21. Wijzigingen huishoudelijk afval en grondstoffen (doel 7.3.1)
Het komende jaar zien wij drie nieuwe kostenverhogende effecten op de afvalstoffenheffing. Het gaat om een kostenherverdeling bij ROVA, om gestegen inzamelkosten en om de CO2-heffing op het verbranden van restafval. Daarnaast zien we een stijging van inkomsten uit boetes en een verhoogde inzet van juridisch personeel hierop. De stijging in inkomsten en kosten zijn nagenoeg even hoog en vallen daarmee tegen elkaar weg. Dat geldt ook voor de overheveling van de kosten van zwerfafval naar het dossier reiniging en de toerekening van de verhoogde kosten van de straatreiniging aan afval en grondstoffen. Tezamen gaat dit om € 909.784.
22. Kostenbestendigheid Dierenwelzijn (doel 7.3.3)
De druk op onze dierpartners in de stad neemt toe. Dit komt omdat de stad groeit, maar ook omdat de kosten toenemen en wettelijke eisen aan het houden van dieren toenemen (waardoor ook meer dieren gedumpt worden). De toename van taken van onze dierpartners leidt ertoe dat zij meer subsidie nodig hebben. In het voorgestelde scenario gaat het om een structurele extra bijdrage van € 61.600 voor Stichting Flappus en om € 27.400 voor de Dierenambulance. Beide partners gaan dit geld inzetten op het financieren van de wettelijke (dier-opvang) taken. Beide partijen ontvangen in 2025 ook een incidenteel budget van €20.000 voor Flappus en €10.000 voor de Dierenambulance om toe te werken aan het gezamenlijke beleidsplan waarin (financieel) passende keuzes gemaakt kunnen worden.