Afvalstoffenheffing
Afvalstoffenheffing wordt geïnd ter afdekking van de kosten die gemaakt worden om huishoudelijke afval in te zamelen en te (laten) verwerken. Bij de afvalstoffenheffing wordt het principe van 100% kostendekking toegepast. Eventuele voor- of nadelen worden verrekend met de voorziening afval. Voor 2025 wordt er een bedrag onttrokken van € 72.367.
De totale (netto) lasten waarop de afvalstoffenheffing wordt berekend is gestegen met 7,77%. Dit wordt verklaard door:
- Een stijging van de indexatie van ROVA met 5,61%, grotendeels veroorzaakt door de looninflatie;
- De toevoeging van infrastructuur en inzameling als gevolg van het faciliterend beleid uit het GGP;
- Stijging van de kosten van het milieubrengstation vanwege een herverdeling tussen de aandeelhoudende gemeentes;
- Invoering van CO2-heffing doordat het afval wordt verbrand in Duitsland, waar de CO2-heffing al is ingevoerd;
- Stijging van het restafval (incl. afkeur) en luiers door reguliere stijging van het aantal inwoners;
- Een verhoging van de verbrandingsbelasting;
- Stijging van het grof huishoudelijk afval (GHA) en grof tuinafval (GTA) doordat er meer van dit soort afval naar het milieubrengstation is gebracht.
Daar tegenover staan een aantal voordelen:
- Stijging van de inkomsten vanuit het bedrijfsleven; het bedrijfsleven betaalt gemeenten voor de inzameling en verwerking van verpakkingen;
- De afgelopen jaren waren de oninbare vorderingen en kwijtscheldingen hoger begroot dan ze in werkelijkheid waren. Dit is nu naar beneden bijgesteld en zorgt voor een voordeel.
Daarnaast is in de Tarievennota voorgesteld om een besparing te realiseren door de grens van het gratis te brengen grof huishoudelijk afval (GHA) en grof tuinafval (GTA) te verlagen van 500 kilogram naar 200 kilogram per huishouden. Dit wordt in twee stappen gedaan: in 2025 is de grens 350 kilogram, waarna het in 2026 naar 200 kilogram gaat. Hiermee wordt in 2025 € 121.000 bespaart. Daarmee zou de totale kostenstijging 7,09% zijn. Door deze maatregel stijgen de kosten voor GHA en GTA minder hard.
Deze besparing en de onttrekking aan de voorziening zorgt ervoor dat de tariefstijging kan worden beperkt. Dit zorgt ervoor dat de inkomsten vanuit de afvalstoffenheffing ‘slechts’ stijgen met 6,68%. Daarmee wordt de opbrengst per aansluiting € 316,30. De afvalstoffenheffing bestaat uit twee onderdelen:
- Het variabel tarief, het tarief op de aanbieding van restafval dat per 1-1-2023 is ingevoerd;
- Het vaste tarief, het overige deel van de afvalstoffenheffing dat aan het begin van het jaar wordt opgelegd.
Door deze onttrekking kan:
- De verhoging van het vaste tarief worden beperkt met de index voor gemeentelijke tarieven van 5,45%;
- De verhoging van het variabel tarief worden beperkt met een stijging van € 0,15 per aanbieding (gebaseerd op een tarief voor een inzamelmiddel van 60 liter).
In het vaste tarief wordt een tarief voor éénpersoonshuishoudens (EPH) en een tarief voor meerpersoonshuishoudens (MPH) berekend. Het tarief voor een EPH zit op 80% van het MPH. Deze tarieven stijgen beiden met 5,45%.
Het variabele tarief van 60 liter restafval neemt met € 0,15 toe, wat neerkomt op een stijging van 9,1%. Dit wordt verklaard door:
- Een stijging van de toegerekende lasten met € 0,10. Dit ligt net iets boven de index van het gemeentelijke tarief van 5,45% (omgerekend € 0,09).
- De toerekening van 1/3 van de kosten voor CO2-heffing, aangezien dit naar verwachting structureel zal zijn. Dat komt neer op € 0,05 per 60 liter.
De tarieven voor 2025 bedragen:
Categorie | Bedrag |
---|---|
Eenpersoonshuishouden | 220,53 |
Meerpersoonshuishouden aanbieding 30 liter restafval per keer (pilot) aanbieding 80 liter restafval per keer (binnenstad) Aanbieding restafval minicontainer per keer (240 liter, buitengebied) | 275,66 0,90 |