Financieringsbehoefte
De financieringsbehoefte wordt bepaald door financieringen ten behoeve van (netto-) investeringen in materieel, aankopen van
gronden en gebouwen, het verstrekken van geldleningen en uitvoering van projecten, waaronder bouwgronden in exploitatie. Daar tegenover staan financieringsbronnen bestaande uit het eigen vermogen, voorzieningen, kort-en langlopende
geldleningen en het netto geïnduceerd vermogen.
De opbouw van de financieringsbehoefte en aanwezige financieringsbronnen tot en met ultimo 2025 vindt u hier. Uit dit overzicht blijkt dat er naar verwachting tot en met ultimo 2025 geen aanvullende kort-en langlopende geldleningen aangetrokken hoeven te worden.
Omdat de ervaring leert dat een bepaalde omvang van investeringen doorgaans trager verloopt dan op begrotingsbasis wordt voorzien is ervoor gekozen om in deze opbouw alleen rekening te houden met bestedingsrechten en nog geen rekening te houden met bestedingsvoornemens.
Verloop opgenomen langlopende geldleningen (excl. leningen Sociale Zaken)
De actuele verwachting, conform de hierboven op begrotingsbasis verwachte weergegeven financieringsbehoefte, is dat we in 2025 geen langlopende leningen behoeven aan te trekken en derhalve per 31 december 2025 op een langlopende schuld gaan uitkomen van € 192,6 miljoen.
Een gedetailleerd overzicht van de opgenomen langlopende geldleningen vindt u hier.
Het verloop van de opgenomen langlopende geldleningen tot en met ultimo 2025 verwachten wij derhalve als volgt:
Omschrijving | Bedrag | Gemiddeld rentepercentage |
---|---|---|
Stand per 31 december 2023 conform jaarrekening | 230.605.961 | 2,06% |
Bij: (vermoedelijk) aan te trekken in 2025 | 0 | n.v.t. |
Af: reguliere aflossingen in 2025 | 21.270.226 | 1,37% |
Renteaanpassing conform oude percentage | 6.821.725 | 1,12% |
Renteaanpassing conform geschat nieuw percentage | 6.821.725 | 3,50% |
Vermoedelijke stand per 31 december 2025 | 192.603.017 | 2,41% |
Verloop verstrekte langlopende geldleningen (excl. leningen Sociale Zaken)
Per 31 december 2025 is de verwachting voor ruim € 11,3 miljoen aan langlopende leningen te hebben verstrekt. Een gedetailleerd overzicht van de verstrekte geldleningen vindt u hier.
Het verloop van de verstrekte langlopende geldleningen in 2025 verwachten wij derhalve als volgt:
Omschrijving | Bedrag | Gemiddeld rentepercentage |
---|---|---|
Stand per 31 december 2023 conform jaarrekening | 13.585.744 | 5,16% |
Bij: (vermoedelijk) te verstrekken in 2025 | 0 | n.v.t. |
Af: reguliere aflossingen in 2025 | 909.536 | 4,64% |
Renteaanpassing conform oude percentage | 0 | n.v.t. |
Renteaanpassing conform geschat nieuw percentage | 0 | n.v.t. |
Vermoedelijke stand per 31 december 2025 | 11.301.688 | 5,33% |
Schatkistbankieren
Schatkistbankieren is bedoeld voor instellingen die een wettelijke of publieke taak uitvoeren en hiervoor gelden van het Rijk ontvangen. Dit houdt in dat ook gemeenten (tijdelijke) overtollige gelden in de schatkist bij het Ministerie van Financiën moeten onderbrengen. Een beperkte hoeveelheid geld mag de gemeente eventueel op haar eigen bankrekeningen aanhouden. Dit bedrag wordt bepaald op basis van het begrotingstotaal van een gemeente in het verslagjaar.
Uit onderstaande tabel blijkt dat het drempelbedrag in 2025 ruim € 10,5 miljoen zal bedragen. Naar verwachting zal ook in 2025 nog sprake zijn van (tijdelijk) overtollige middelen, die dus in ieder geval boven het drempelbedrag in de schatkist geplaatst dienen te worden. Als alternatief voor het aanhouden van overtollige middelen in de schatkist kan een decentrale overheid er ook voor kiezen deze middelen (gedeeltelijk) in te zetten om aan andere decentrale overheden leningen te verstrekken.
Berekening drempelbedrag | ||
---|---|---|
Begrotingstotaal aan lasten | 759.050.672 | |
500.000.000 * 2,00% | 10.000.000 | |
259.050.672 * 0,20% | 518.101 | |
Drempelbedrag Schatkistbankieren voor 2025 | 10.518.101 |