Algemene en specifieke opbrengstrisico's
Risico's rondom ontwikkeling algemene uitkering / gemeentefonds
De groei van het gemeentefonds - niet zijnde compensatie voor loon- en prijsaanpassing - is tot en met 2025 vastgesteld (bevroren), hierover wordt geen risico gelopen. In 2026/2027 heeft het Rijk structureel € 1 miljard aan het gemeentefonds toegevoegd. De nieuwe financieringssystematiek die gekoppeld is aan de ontwikkeling van het bruto binnenlands product (8-jaars historisch gemiddelde) is per 2024 al ingevoerd i.p.v. per 2027. Nu er meer duidelijkheid is over de nieuwe financieringssystematiek, de onzekerheid over het financiële beleid van het nieuw te vormen kabinet blijft, houden we rekening met een structureel risico van 1%, zijnde € 5,5 miljoen alleen verlagen we het risico van midden naar laag.
Met ingang van 2023 is een herverdeling van het gemeentefonds doorgevoerd. De budgettaire effecten zijn in de begroting 2024 en verder verwerkt. De komende jaren vindt er een verfijning plaats van de doorgevoerde herverdeling, waar het risico van herverdelingseffecten ontstaat. Naast deze herverdelingseffecten is jaarlijks sprake van verdeelrisico's in het gemeentefonds als gevolg van bijstellingen in de toegestane verdeelmaatstaven (zoals aantal inwoners en woningen). Wij houden rekening met een structureel (midden) risico van 1%, zijnde € 5,5 miljoen.
De verrekening van de onder- of overuitputting op het btw compensatiefonds wordt via het gemeentefonds met de gemeenten verrekend. Anders gezegd, het risico bestaat dat gemeenten in gezamenlijkheid meer btw declareren dan er in het fonds aan budget beschikbaar is. Het risico is beperkt, de afgelopen jaren is sprake geweest van onderuitputting. Het risico wordt pro memorie geraamd.
Volumerisico´s opbrengstramingen
Deze doen zich voor bij de OZB en bij diverse eigen heffingen zoals bouwleges, leges burgerzaken, markt-/havengelden. Ook het volume van geraamde dividenden is te zien als een risicopost. Het risicodeel op deze posten is in de risicomatrix gesteld op 10% van de geraamde bedragen en heeft een structureel karakter. In de risicocalculatie is in totaal ca € 3,17 mln. als risicobedrag opgenomen (als middenrisico).
Programma Aanpak Stikstof (PAS)
De afgelopen jaren konden Zwolse plannen en projecten op basis van projectspecifiek maatwerk wat betreft stikstof doorgang vinden. Als gemeente zijn we daarin afhankelijk van de kaders die de provincie en het Rijk stellen. Duidelijk is dat het voor een meer stabiele situatie in het stikstofdossier, nodig is dat er effectieve landelijke en provinciale maatregelen genomen worden voor stikstofvermindering en natuurverbetering van beschermde Natura 2000-gebieden. Daar zijn het Rijk en de provincies verantwoordelijk voor. Niet uitgesloten is dat stikstof de komende jaren beperkingen oplevert voor Zwolse plannen en projecten met een grotere omvang en/of dichtbij Natura 2000. Vanuit de vakgroep stikstof wordt er op gestuurd om dit vroegtijdig in beeld te blijven krijgen, zodat er op geanticipeerd kan worden binnen de mogelijkheden die er zijn. Die mogelijkheden zijn de afgelopen jaren beperkter geworden. Aanknopingspunten voor verruimingen zijn vooralsnog niet te zien, eerder risico’s op verdere beperkingen. Dat is afhankelijk van de uitwerking van het hoofdlijnenakkoord van het nieuwe kabinet, mogelijke nieuwe gerechtelijke uitspraken en in hoeverre er in Zwolse plannen en projecten bezwaar gemaakt gaat worden op het vlak van stikstof. Van Zwolse ontwikkelingen die nu in beeld en bekend zijn, wordt plan- en projectspecifiek verkend hoe tot een wat stikstof betreft inpasbaar plan of project gekomen kan worden. Vanuit de vakgroep stikstof blijft gestuurd worden op basis van de landelijke ontwikkelingen, in gesprek en afstemming met de provincie Overijssel. Daarbij blijft gekeken worden naar mogelijke beheersmaatregelen binnen de beschikbare kaders.
Omgevingsvergunningen
De omgevingswet inclusief wet kwaliteitsborging voor het bouwen (WKB), ingevoerd per 01-01-2024, zal gevolgen (kunnen) hebben voor de dienstverlening maar ook voor de inkomsten en uitgaven. Deze zijn zo goed mogelijk verwerkt in de begroting 2025 maar het zal enige jaren duren voor dit voldoende inzichtelijk is. Het risico wordt pro memorie geraamd.
Woningbouw
We zijn afhankelijk van marktpartijen voor het starten met bouw en de verdere realisatie. Dit omdat de ontwikkelingen plaatsvinden op grond die niet in ons bezit is. De business cases van de afzonderlijke ontwikkelingen staan daarbij onder druk door de hogere bouw- en civiele kosten in combinatie met stijgende rentes. Dit in combinatie met onzekerheid rondom thema’s zoals stikstof en netwerkcongestie heeft gemaakt dat ontwikkelaars en beleggers een afwachtende houding aannemen
In 2023 zijn er 764 nieuwe woningen opgeleverd en de verwachting is dat er in 2024 463 woningen opgeleverd gaan worden. De huidige woningbouwproductie blijft dus achter bij de ambitie van gemiddeld 1000 woningen per jaar. Om de voortgang van de woningbouw te bevorderen, is het "Blijven Bouwen: Zwols actieplan Woningbouw" opgesteld (Raadsbrief Voortgang Zwols Actieplan Woningbouw dd 20 juni 2024). Desondanks blijft het risico bestaan dat niet aan de subsidievoorwaarden kan worden voldaan. Het risico wordt pro memorie geraamd.