Open eind risico's
Participatiewet inkomensdeel (BUIG)
Gemeenten ontvangen voor de bijstand een specifieke uitkering van het Rijk (BUIG). Voor 2024 is het tekort op dit budget geraamd op € 4,3 mln.(8,26 % van het rijksbudget). In de begroting 2024 is rekening gehouden met een te ontvangen rijksbijdrage BUIG van € 59 mln. Voor de risicomatrix 2025 wordt uitgegaan van verschil tussen het tekort dat al structureel is verwerkt in de begroting en het maximale financiële risico van de verwachte hogere rijksbijdrage BUIG over 2025. Het financiële risico van een toename van de bijstandsuitgaven tot het maximale niveau in de risicomatrix gewogen op hoog, zijnde €1,6 mln.
Armoedebeleid
Het armoedebeleid bestaat uit diverse open einde regelingen waaronder vergoedingen voor beschermingsbewind, kinderparticipatie regelingen, regelingen voor chronisch zieken en diverse inkomenstoeslagen.Voor 2024 is de doelgroep die aanspraak kan maken op een deel van deze regelingen uitgebreid naar 130% van de bijstandsnorm. Gezien het al gestegen gebruik in 2024 zullen de budgetten voor het minimabeleid voor 2024 en verder niet toereikend zijn. De weging van dit risico in de risicomatrix is hoog, zijnde €1,5 mln.
Leerlingenvervoer
Het aantal leerlingen dat gebruik maakt van het leerlingenvervoer kan jaarlijks fluctueren. De weging van het risico in de risicomatrix is laag.
Wmo verstrekkingen
Wmo dagbesteding en thuisondersteuning zijn openeinde regelingen. Risico’s als afwenteling vanuit de Wet Langdurige Zorg, toename zorgbehoefte, druk vanuit wachtlijsten, wijzigingen in landelijke beleid waaronder invoering abonnementstarief, komen hierin tot uitdrukking. De uitgaven voor Wmo verstrekkingen zijn al enige tijd stabiel en blijven binnen budget. Inmiddels worden effecten van CAO ontwikkelingen bij aanbieders op dit onderdeel voelbaar. Daarnaast zal binnen afzienbare termijn sprake zijn van een nieuwe aanbesteding danwel aanpassingen op het huidige contract. Vanwege vorenstaande zetten wij dit risico, € 587.000 op middel.
Jeugdzorg
De activiteiten die de gemeente uitvoert in het kader van de Jeugdwet kenmerken zich door het open einde karakter. Voor jeugdzorg is een landelijke hervormingsagenda opgesteld die moet leiden tot besparingen op de uitgaven voor jeugdzorg bij gemeenten. Er is onzekerheid over het financieel effect voor gemeenten van landelijke interventies. Tot en met 2025 worden door het Rijk voorgenoemde besparingen niet doorgevoerd, maar vanaf 2026 zal het landelijk budget met €1 mrd. te dalen. Het is de vraag in hoeverre de in de hervormingsagenda voorgenomen maatregelen bijdragen aan de realisatie van deze besparing. Anderzijds treffen wij maatregelen om de uitgaven te beheersen. De weging van de in de risicomatrix is midden, zijnde €10,3 mln.
Arbeidsparticipatie
Op 1 januari 2019 zijn alle op arbeid gerichte participatie- en re-integratieactiviteiten overgegaan naar Tiem. Deze middelen worden ingezet voor begeleiding en de inzet van (loonkosten)subsdies voor met name de bijstandsgerechtigden die al langer tijd in de bijstand zitten. Daarnaast wordt al enige jaren extra middelen ingezet voor de begeleiding van statushouders. Hier kunnen nog financiële knelpunten ontstaan. De weging in de risicomatrix voor arbeidsparticipatie is midden, zijnde €1,4 mln.
Sociale werkvoorziening
Gemeenten ontvangen van het Rijk een specifieke uitkering voor de Wet sociale werkvoorziening (Wsw). De toegang tot de Wsw is per 1 januari 2015 afgesloten en het rijksbudget wordt in 40 jaar afgebouwd. Door het teruglopend aantal Wsw-medewerkers en omdat het steeds moeilijker wordt om het vergrijzende bestand van Wsw-medewerkers te detacheren lopen de opbrengsten uit Wsw-activiteiten terug en daarmee de dekking van de vaste kosten zoals gebouw en overhead. Hierdoor is het exploitatieresultaat van Tiem toenemend negatief en nemen de kosten voor de gemeente op de uitvoering van de Wsw steeds meer toe. Inmiddels wordt gewerkt aan een nieuw bekostigingsmodel waarbij de opgaven voor Tiem en de financiering meer structureel in evenwicht worden gebracht. Tot dat moment wordt het totale risico uitvoering Wsw gewogen op midden, zijnde €2,5 mln.
Kwijtschelding
De risico’s zijn zeer beperkt en hebben vooral betrekking op de afvalstoffenheffing. Deze risico’s zijn afgedekt via de reserve afvalstoffenheffing. Bij OZB en rioolheffing is de kwijtschelding qua omvang bijna te verwaarlozen. Het beperkte risico is in de risicomatrix op pm gesteld. Vanaf 2023 is aantal toewijzingen toegenomen door verruiming vermogensnorm en inkomensnorm WAO-ers. De stijging blijft ruim binnen de begroting.